Adviesbureau McKinsey berekende ooit dat vrouwen in het onderwijs slechts een halfuur per week meer hoeven te werken om het hele personeelstekort op te lossen. Parttimers extra uren laten werken, lijkt dus een oplossing voor het personeelstekort. Toch lukt het niet om de deeltijdfactor op te schroeven. Driekwart (77%) van de werknemers geeft aan dat zij niet meer uren kunnen of willen werken, zo blijkt uit FNV-onderzoek van november 2022. Waarom is dat?
1. Meer werken loont niet altijd
Meer uren gaan werken is nu vaak niet lonend, meldt een SER-rapport uit 2022. Ook tijdens een proef met contracturenuitbreiding bij een zorginstelling bleek dit één van de belangrijkste belemmeringen. Verzorgenden die vier uur extra werken gaan er soms maar 30 euro per maand op vooruit, omdat zij subsidies mislopen. Het wordt ook wel de ‘armoedeval’ of de ‘deeltijdklem’ genoemd. Als je net op een kantelpunt zit, kan het zelfs gebeuren dat je netto minder overhoudt als je bruto meer gaat verdienen. Dit komt door het complexe stelsel van belastingen, heffingskortingen en toeslagen.
Tip! Werkurenberekenaar
Om werknemers te helpen meer inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van meer of minder werken, hebben WOMEN Inc, het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en Stichting het Potentieel Pakken de WerkUrenBerekenaar ontwikkeld. Of het nu gaat om een paar uur extra of de overstap van parttime naar fulltime: de WerkUrenBerekenaar laat in vijf eenvoudige stappen zien wat het oplevert zonder in het complexe systeem van toeslagen en belastingen te hoeven duiken.
2. Problemen met de werkprivébalans
Eén van de belangrijkste knelpunten dat meer werken niet lukt, is dat het niet is te combineren met zorg- en huishoudelijke taken, meldt de SER. Bijna 670.000 werkende ouders met jonge kinderen hebben moeite met het combineren van werk en privé, blijkt ook uit een TNO-factsheet; 75% van de in deeltijd werkende vrouwen zou meer uren willen werken, als ze hun werk beter kunnen afstemmen op hun privéleven.
Er zijn al stappen in de goede richting gezet. De verlofregelingen voor ouders zijn uitgebreid. En het kabinet werkt aan een nieuw kinderopvangstelsel, dat vanaf 2025 voor 96% gefinancierd wordt voor alle werkende ouders. Voor een deel zijn de organisaties aan zet. Zij kunnen verlofregelingen aanvullen, werktijden flexibel maken of zelf kinderopvang aanbieden.
3. Werkgevers leven soms in de (foute) veronderstelling dat fulltimers vaker ziek zijn
Een hardnekkig misverstand onder werkgevers is dat voltijders vaker ziek zouden zijn dan deeltijders. Onderzoekers van Vernet horen regelmatig van werkgevers dat het beter is om twee parttimers aan te nemen dan de deeltijdfactor te verhogen. Meer uren zouden leiden tot stress en werkdruk en uiteindelijk tot meer ziekmeldingen.
Maar dat beeld klopt niet, volgens de onderzoekers. Uit een analyse van hun verzuimcijfers kwam precies het omgekeerde naar voren. Het hoogste verzuim zie je bij werkwerken tussen 18 en 21,6 uur. Verzuimpercentages worden lager worden naarmate de contractomvang toeneemt. De relatie tussen contractgrootte en verzuim ziet Vernet in alle deelsectoren en is de afgelopen jaren min of meer gelijk gebleven.
4. Parttimers zijn makkelijker in te roosteren
Eén op de vijf respondenten in het FNV-onderzoek geeft aan wel meer uren te kunnen en willen werken. Maar van hun aanvragen is (44%) niet of nauwelijks gehonoreerd. Volgens de FNV komt dat, omdat werkgevers hun werknemers liever in kleine contracten willen houden, zodat ze flexibeler kunnen roosteren. In sommige sectoren, zoals de thuiszorg en de gehandicaptenzorg, zijn korte diensten van 4 à 6 uur gebruikelijk, omdat de piekuren van het wassen en aankleden in de ochtend liggen. Een op de vijf ondervraagden wil wel meer uren maken, maar dan in een 8-urige werkdag in plaats van diensten van 4 of 6 uur. Of ze willen het overwerk dat ze nu doen, omgezet zien in contracturen.
5. Steeds meer jongeren willen in deeltijd werken
De voorkeur voor parttime werken betreft overigens lang niet alleen de groep vrouwen met kinderen. Onder jongeren (25 tot 35 jaar) neemt het aantal parttimers gestaag toe, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zo willen jonge accountants, advocaten en notarissen lang niet meer per se de top bereiken. Velen geven de voorkeur aan parttime werken, schreef het Financieele Dagblad naar aanleiding van onder meer een onderzoek van Van Doorne.
6. De fulltimebonus als lokkertje kan arbeidsrechtelijk helemaal niet
Om deeltijders te verleiden meer uren te werken, is de voltijdsbonus in het leven geroepen. Eind 2022 werden de eerste proeven in het onderwijs gedaan. Daar kwam gelijk al veel kritiek op. Arbeidsrechtelijk gezien kan een fulltime bonus niet zomaar. Alle medewerkers binnen een bedrijf moeten gelijkwaardig worden behandeld. De wet verbiedt werkgevers expliciet om onderscheid te maken op grond van arbeidsduur.
Wil je parttimers graag meer uren laten werken, maar heb je hier nog vragen over? Neem dan contact op met onze specialisten. Ze denken graag met je mee!